Breathe in, Breathe out: “De kikker in de pan”

Ken jij het verhaal van de kikker in de pan? De kroniek gaat als volgt: wanneer je een kikker in een pan met kokend water zet, zal deze kikvors onmiddellijk merken dat het water te heet is en uit te pan springen om zichzelf te redden. Hij voelt pijn en merkt het gevaar onmiddellijk op. Maar wanneer je dit beestje in een pan met lauwwarm water plaatst, voelt dat voor hem best comfortabel aan. Hij beseft dan niet dat er een vuurtje onder de pan brandt, dat het water langzaam tot het kookpunt zal brengen. Af en toe zal de kikker wel even nerveus reageren, maar hij blijft wel in het hete water zitten. En dit wordt hem uiteindelijk fataal.

Ook wij zijn regelmatig die kikkers, wachtend tot lauw water het kookpunt bereikt. Of dit nu gaat over onze gezondheid, onze relaties, ons werk of onze gewoontes. We reageren dan te traag op subtiele veranderingen die heel geleidelijk binnensluipen. Wanneer er echter een duidelijke verandering op zeer korte tijd gebeurt, dan valt het ons wél op en zullen we terstond reageren.

Hoe komt het dan zover?

In eerste instantie voelt de situatie behaaglijk en prettig aan. Daarna komen er ongemerkt wat irritaties of pijnpunten naar boven waar je misschien wel geagiteerd van wordt, maar waar je nauwelijks op reageert. Je denkt dat dit wel zal overgaan of de moeite niet is om erop in te gaan. Daarna worden de omstandigheden best heftig maar ben je niet meer in staat om de toestand te veranderen en jezelf hieruit te redden.

Wanneer word ik dan de kikker?

Wanneer we opgroeien worden we aangespoord om behulpzaam te zijn en “ja” te zeggen terwijl “neen” op het puntje van onze tong ligt. Zo worden onze eigen gevoelens en wensen onderdrukt en leren we dat de behoeften van anderen op de eerste plaats komen.

Er zijn vast een aantal dingen die je anderen toestaat terwijl je dit eigenlijk niet wil.

Telkens je dit tolereert, vergt dit veel energie van jezelf, dikwijls zonder dat je dit beseft. Zo word je een expert om telkens over je heen te laten gaan. Je eigen grenzen vervagen onbewust meer en meer.

Hoe vermijd ik dan dit tafereel?

Er zijn een aantal richtlijnen die je kunnen helpen om op tijd uit de pan te springen of de pan te vermijden.

Regel 1: Als het onbehaaglijk aanvoelt, mag je ermee ophouden.

Als volwassene ben je er goed in geworden om onbehagen te negeren en toch verder te doen. Dan stop je meteen met goed voor jezelf te zorgen. Vertrek dus zo snel mogelijk uit die plaats, die betrekking of die relatie als je onheus wordt behandeld. Gun jezelf de ruimte om na te gaan wat je echt wilt en wat je wel een goed gevoel geeft.

Regel 2: Als iemand gemeen tegen je doet, mag je de omgang verbreken.

Hoe komt het dat je je steeds opnieuw laat pesten, kwetsen, afwijzen of aan het lijntje houden door die enkeling? Misschien vind je zelfs wel een excuus om dit ergerlijk gedrag van de andere goed te praten? Of lach jij wat gespannen als zoiets zich voordoet, terwijl je dit individu liever een uppercut zou geven. Dan onderdruk je vermoedelijk je eigen gevoelens en neem je deze figuur in bescherming. Ja, er zijn best wel wat argumenten te vinden om gemeen te mogen zijn, maar dat geeft aan niemand het bestaansrecht om over je heen te laten gaan. Houd dan de eer aan jezelf en geef jezelf de goedkeuring om de omgang te verbreken.

Regel 3: Ga alleen om met mensen die je de vrijheid geven om helemaal jezelf te zijn.

Door hen word je aangespoord om je eigen gevoelens te erkennen en hoef je het anderen niet naar de zin te maken. Deze mensen hebben oog voor je eigen behoeften en  respecteren je grenzen. Zo schep je samen met hen ruimte om vreugde en vrijheid in je leven te laten binnenstromen.

Dit klinkt toch spotgemakkelijk hé? Toch heb je op dit moment vermoedelijk al duizenden redenen bedacht waarom dit onrealistisch is. Zo blijf je lekker in het opwarmende water zitten. Geef jezelf toch maar op tijd een zetje en spring uit je pan 😊

Harte groet,
Karine

Vorige
Vorige

Breathe in, Breathe out: “Losse eindjes”

Volgende
Volgende

Breathe in, Breathe out: “Geniet er maar van”